Skip to content

Over Babylon en The Americans

Ze zeggen dat een foto meer zegt dan 1000 woorden, en ze zeggen wel meer, zeker, maar laten we er voor de aardigheid even vanuit gaan dat ze gelijk hebben. Dat zou betekenen dat een anekdote of een verhaal dat de 1000 woorden overschrijdt, het altijd aflegt tegen een foto en dat een verhaal dat 1000 of minder woorden telt, in het gunstigste geval méér zegt dan een foto. Maar hoe ver je de bewering ook doortrekt, de vraagt blijft: wat zegt die foto dan?

Babylon, de met de Prix Renaudot bekroonde roman van Yasmina Reza, opent met de beschrijving van een foto. Hoofdpersoon Elisabeth Jauze slaat Robert Franks’ The Americans open, ‘het treurigste boek op aarde’ en bestudeert de foto van een Jehovagetuige in Los Angeles:
‘De foto is van negentienhonderdvijfenvijftig. Hij had iets van een jochie. Hij is allang dood. Hij trok een net pak aan om zijn religieuze blaadjes te slijten. Hij was alleen, vervuld van een droefgeestige en kribbige vasthoudendheid. (…) Het zijn ook die in onzinnige aantallen gedrukte blaadjes die doen denken aan de dood. Die opwellingen van optimisme – te veel glazen, te veel stoelen… – waardoor we de dingen overdrijven en het allemaal meteen zinloos wordt.’

Elisabeth is onlangs 62 geworden en woont met haar echtgenoot in een groot appartementencomplex in Parijs. Het grootste gedeelte van het leven ligt achter haar; verwachtingen zijn bijgesteld, dromen getemperd – de dingen zijn wat ze zijn. De enige met wie ze meer deelt dan flauwe conventies is haar bovenbuurman Jean-Lino. Een zachtaardige zonderling met een slecht huwelijk en een liefde voor paardenrennen. Hoewel het contact niet heel diep gaat, is er sprake van een zeker verwantschap, oppervlakkig maar teder. Spil van het boek is ‘het lentefeestje’ dat Elisabeth in een opwelling organiseert. Ze slaat drank, hapjes en extra glazen in en verstuurt uitnodigingen – onder de genodigden zijn ook Jean-Lino en zijn vrouw. Als het feestje voorbij is en de gasten zijn vertrokken, staat Jean-Lino weer voor de deur. Hij heeft per ongeluk zijn vrouw gewurgd en weet niet wat hem nu te doen staat. Tot haar stomme verbazing besluit Elisabeth, opnieuw in een opwelling, Jean-Lino te helpen om het lijk te laten verdwijnen.

Babylon leest als een reconstructie van die moord zonder dat het verhaal ergens thrillerachtig wordt. Geen bloeddorst, geen moordzucht; de reconstructie vind plaats aan de hand van overbelichte herinneringen, ‘opwellingen van optimisme’ en de ontstellend sombere foto’s van Robert Frank. Dat het boek nergens topzwaar wordt, is te wijten aan Reza’s wrange gevoel voor humor en haar grenzeloze mededogen. Na lezing is er begrip voor iedereen: de moordenaar, het slachtoffer en de mensen zoals Elisabeth die, tegen iedere verwachting in, nog één keer in aanraking komen met het buitengewone.

Er zijn foto’s die meer zeggen dan 1000 woorden, zeker, zie: The Americans. Maar 1000 woorden kunnen net zo goed meer zeggen dan 1000 woorden, zie: Babylon. Daarom, vermoed ik, blijft het boek me maanden na lezing nog steeds achtervolgen, daarom zijn de foto’s van Robert Frank voorgoed verbonden met Elisabeth en Jean-Lino.

Levi Olthof

Back To Top